Ik zeg er niets meer van hoor, hij luistert toch niet, het heeft geen zin” met deze woorden probeerde een moeder zichzelf te verontschuldigen over het gedrag van haar kind op het schoolplein. Het kind ging gestaag door met verveel-en-nutteloos-sloop-en grote-bekken-gedrag. Ik fronste diep mijn wenkbrauwen.
Zo ook eens het aanhoren van een moeder in de Winkelhof te Leiderdorp, het kind van een jaar of vier weigerde onderaan de roltrap weer plaats te nemen in de buggy van zijn moeder.
Ze ging daarop in discussie met haar kind tot 3 á 4 keer toe of hij wel genegen was in de buggy plaats te nemen, waarop hij tot herhalens toe met zeurderig gedrag zijn moeder duidelijk maakte dat hij daar nú nét geen zin in had. Ik bemerkte mijn enorme ergernis.
Waar ligt je tolerantiegrens ?
Tijdens de Kermis in de Veen is het altijd erg gezellig, bier en wijn vloeit rijkelijk en er zijn werkelijk leuke gesprekken, die later op de avond vaak uitmonden in oraal gewispel, gedraai met de heupen, fysiek hangerig en honger naar de andere sexe.
Het zal duidelijk zijn dat de grenzen worden verlaagd en makkelijker worden genomen door alcoholgebruik, hetgeen weleens inhoudt dat iemand een liefkozende tik op z’n billen, een uitdagende por in de zij, een schalkse kus, gehijg in de nek en al wat dies meer zij op erotisch gebied zal ervaren. De figuurlijke afdrukken in de heining van een vrouw doet mij de fantasie laten beleven, dat het ongelofelijk druk was op deze plek of ze heeft deze druk beslist zo gewild.
Woorden vallen, vaak met enige consumptie, in de oorschelpen, die al enige tijd zeer rood en gevoelig hun diensten aanbiedend, zo nu en dan protesteren met hevig diepe pijnscheuten.
De onophoudelijke harde muziek en het inhaleren van nutteloze tekst dragen zorg voor een doffe waarneming, welk na enig verzorgend wrijven een merkwaardige beleving oplevert : van hé verrek, hoe-komen-die-stukjes-pinda-nou-in-mijn-oor effect.
Verdoofd door bier en wijn, tussen kroegen en fietsen door schuifelend als een verdoofde zombie, worden etensresten naar binnengewerkt en ook weer als grondpizza’s in keurig bijgehouden tuintjes weggezet, zich verbazend dat er veel meer kleur in zit als toen het er in ging.
Waar ligt de tolerantiegrens ?
Het was weer eens zover, ongelukkig stijf geklede mannen en vrouwen werden gedropt op kades, polderweggetjes en half verlaten straten, om het enige waar ze blijkbaar nog goed in waren te gaan verkopen. Bijbelse lectuur !
In mijn Afrikaanse periode als antropologe heb ik altijd al getwijfeld over de meerwaarde van het brengen en opdringerig gedrag van een geloof. Onze gekleurde medemens is er niet beter op geworden, ze hebben er meer ziektes bij gekregen en ze hebben de bevestiging gekregen dat als je wat verdiend had je het maar beter zelf op kan maken, anders komen geloofsfanaten het wel collecteren. Onder het mom van “dit-is-het-ware-geloof” effect is er de laatste eeuwen gemoord, verkracht, gebrandstapeld, verwoest en alleen maar om een handjevol “geloofs”leiders te verrijken met macht, geld en luxe.
Het opdringerige geloofsgehalte van Ali Baba en zijn zeven rovers spant helemaal de kroon. Het publiekelijk veroordelen van “ongelovige honden” en de daarbij voorspelde destructieve maatregelen worden aangehoord en getolereerd door onze over gesocialiseerde geiten-wollen-sokken-maatschappij, terwijl wij niet eens durven te wijzen naar hun gedrag, maar accepteren dat herhaaldelijk hun kerkdiensten oraal van een toren worden afgejammerd en dan nog heftig verbaasd zijn dat er op geschoten wordt buiten het “wild-seizoen”.
Waar ligt de tolerantiegrens ?
Tijdens het naar mijn werk gaan 6 km te hard gereden, foei ! Na mijn werk even nog wat halen bij de “haal-het-snel-nu-heb-het-nog-in-de-actiegids-winkelketen” en pats, weer 9 km te hard gereden, weer foei !
Ik heb er twee in 2 weken tijd, valt nog mee hoor, na km correctie, komen de bedragen toch tezamen op een heerlijk etentje voor 2 personen. Natuurlijk, regels zijn regels, ik reed te hard en moet daarvoor worden bestraft. Maar jongens, waar gaat het toch over !
De werkende mens, de ondernemer, de arbeider, de vertegenwoordiger, de vervoerder die met z’n allen bezig zijn met het behoud en vooruitduwen van de economie worden wederom spekker van de staatskas.
Hoe ergerlijk kan het zijn, met in je achterhoofd de buitensporigheden van onze landsbestuurders, die met een privé jet van hun vakantie worden gehaald voor een “spoedvergadering”, van ministers met torenhorige in onze ogen niet rechtmatige declaraties, van alle gelezen berichten van uitgekeerde miljoenen bonussen van bestuurders die het niet waard waren om de naam bestuurder opgespeld te krijgen,van hoge heren die hun kind van het politiebureau ophalen onder het “prop-het-maar-in-de-doofpot” handgebaar, om toch maar weer dat zuurverdiende geld over te maken.
Waar ligt onze tolerantiegrens ?
Liggend op de stoel van de tandarts keken we elkaar eens goed in ogen, de diagnose was gesteld. Het irritante geboor, getik, gezoem en gegorgel staat me nog net zo bij als de pijn van de geboorte van mijn eerste kind. “Als het zeer doet geef je dat maar aan”, zei hij op rustige, bijna hypnotiserende toon. Ja, lekker dacht ik, mijn mond stijf vol gepropt met watjes, een met veel sadisme ingedraaide klem en in de enige hoek die nog een beetje vrij was een gorgelinstrument, die door zijn niet aflatende zuigkracht de overgebleven tanden bijna deed bevriezen, zich tegoed doend aan overtollig slijm en ander loszittend vlees. Hoe dan ?
Ik moest wel even denken aan die mop : met een diepstrakke vinger in pistoolhouding schoot ik met mijn hand vanuit mijn stoel omhoog in de mik van de voorovergebogen tandarts met de lispelende vraag : “We gaan elkaar toch geen pijn doen, heh ?”
Op de terugweg zat ik in de-altijd-druk-bezette-bus te kijken naar een klein vrouwtje die in het middenpad stond, haar gezicht half gesluierd en haar haar verborgen achter een zwarte doek, stond ze daar met haar breed om zich heen gedrapeerde tent stil in zichzelf vooruit te staren. Mijn fantasie ging weer eens op de loop en voorzichtig tilde ik dat tafelkleed omhoog, verontrust door de bobbels en constateerde dat ze alleen maar een paar brammen eronder had en geen bommen.
Ze haalde uit voordat ik het in de gaten had, haar gebalde vuist raakte me vol op mijn linkerkaak, mmmmmmmm….kon ik weer terug…..dan zal ik me toch maar laten verdoven !
Waar ligt mijn tolerantiegrens ?
Gek genoeg is tolerantie altijd verbonden aan negatieve dingen,
Zon, ik kan er geen genoeg van krijgen, liefde, ik kan er geen genoeg van krijgen, hoop, ik kan er geen genoeg van krijgen, vertrouwen in de toekomst ?
Natuurlijk ! Met z’n allen bouwen we aan onze leefomgeving, daarbij onze grenzen aangevend, tot hier en niet verder. Heerlijk !