Hazen schieten, zigzaggend over het lange groen
Je krijgt me niet, je krijgt me wel,
even rusten hoor, zullen we het nog een keertje over doen ?
Bidden voor het eten, hoog hangend, kijk en steel,
ineengedoken onder mos, bladeren en weet ik veel,
is ieder roofdier ook een prooi.
Het plots geklap van vlerken,
trots pedalerend maar moeizaam startend,
eendrachtig zingend naar de verte
een grote boog, mijn hart vergeten.
Een plompe krak, tumult en plotsklaps stil,
héél voorzichtig, een snuffelende snuit,
een oog, een kop, een beginnend geluid
het is er voor iedereen die luisteren wil.