9 augustus 2011

Toeval

Ik heb er enorm om gelachen.
Tijdens het bezoek aan mijn schoonvader, zittend met een lekker koud biertje, kijkend uit het raam op straat, was er een man aan het proberen om zijn fiets in de auto te laden.
Ik had hem al zien aankomen, hij parkeerde zijn glimmende ranke auto op de parkeerplaats aan de overkant van de straat recht in het zicht. Het automerk had ik nog nooit gezien mag het zag er allemaal duur uit, het kon zomaar een Maybach zijn. De man in het strakke pak ook. Je kon zo wel zien dat het niet om het geld ging maar om de status, gelikte schonen, strak achterover gekamd blond haar en net in het streepjespak. Ondanks zijn wat jarige leeftijd zag hij er verzorgd uit. Wat me opviel was dat hij een soort zilveren “V” op zijn revers droeg, die eigenlijk mijn aandacht vast hield.
Omdat, met alle respect, de gesprekken met een oude man van 88 niet altijd even vlot en enerverend zijn, was het een welkome afleiding op een mistroostige vaderdag.
Na het parkeren had hij met sleutels één van de bij elkaar gegroepeerde buitendeuren van het driehoge flatgebouw geopend. Waarschijnlijk een deel van de toegang van de opbergruimten van alle bewoners van deze flat, schoot het door me heen.
Even later kwam hij inderdaad met een fiets naar buiten, nog glimmender dan de punten van zijn schoenen. Hij zette de fiets naast de auto op de standaard en deed de achterklep open en drapeerde een soort oud laken zo’n beetje in de achterklepopening. Toen weer naar z’n fiets en voorzichtig probeerde hij, uitkijkend voor zijn nette pak, de fiets erin te werken.
Eerst met het stuur naar binnen, die ging net niet door de achterklep, de opening van de autowas te smal van achteren. Hij draaide uiteindelijk de fiets om, eerst de bagagedrager dacht hij de situatie overpeinzend. Met wat sjorren via de achterdeur met een knie op de achterbank wilde hij zo de buit binnenhalen, maar helaas. Het stuur wilde niet meewerken. Fiets er weer uit, omdraaien en andersom weer proberen, nu vanaf de andere kant met zijn knie leunend op de achterbank.
Zijn lichaamstaal sprak boekdelen, hij vond de situatie uiterst genant. Steeds keek hij op en weer om of iemand zijn benarde situatie in de gaten had. Zwaar geirriteerd en ietwat rood aanlopend begon hij wat woester aan de fiets te sjorren. Ik kan niet liplezen maar zag wel dat zo nu en dan een vloek aan zijn lippen ontschoot.
Hij kwam weer de auto uit en overzag de situatie nog eens. De mobiel gleed uit zijn broekzak in zijn hand en hij sms’te iemand. Heen en weer drentelend om zijn auto, wachtte hij schijnbaar op een snel antwoord, die ook kwam. Zichtbaar haalde hij zijn schouders op en spreidde zijn armen moedeloos toen hij het bericht had gelezen. Hij haalde de fiets er weer eens uit, liep erom heen, ging op zijn knieen op de achterbank iets doen, kwam er weer uit en probeerde weer de fiets erin te proppen. Nu nog vuriger en robuusk. Het stuur kletste een paar keer heen en weer, waarschijnlijk lakschade creërend, want hij vloekte en wreef met z’n handen over de lak.
Al foeterend trok hij de fiets er weer uit, zette het op de fietsstandaard naast de auto en belde geïrriteerd iemand op.Als ik de persoon juist kon inschatten moet het zijn vrouw wel geweest zijn. Ongetwijfeld het grootste woord in zijn kennissenkring, maar getrouwd met een vrouw die de broek aan had. Met veel vijven en zessen, handgebaren naar zijn auto en de fiets probeerde hij zijn vrouw verbaal te overtuigen dat de fiets er niet in pastte. Schijnbaar had hij niets te vertellen zoals ik al beweerde. Na opgehangen te hebben ging hij weer met de fiets aan de slag. Zwaar geïrriteerd probeerde hij de fiets er nogmaals in te proppen. Met een rood aangelopen hoofd kwam hij weer van de achterbank, haalde zijn broek eens op, keek wanhopig om zich heen met een blik van “heb ik dit nou” en trok toen nijdig de fiets eruit en liep ermee naar de buitendeur van de opbergruimte. Teruglopend naar de auto ontschoten hem weer allerlei verwensingen, zijn handgebaren spraken in dit geval boekdelen. Hij pleurde letterlijk het laken weer in de achterbak van de auto, gooide de fietstas er achteraan en sloeg de achterklep met een smak dicht. Mopperend liep hij weer terug naar de fiets en borg hem weg achter de deur. Ik heb hem niet meer gezien. Alleen maar gelachen.
Met een simpel sleuteltje had hij z’n stuur even om kunnen draaien en dan had de fiets er gewoon in gekund. Of hij had ook de achterklep een stukje dicht kunnen doen door middel van een simpel touwtje, dat doen er wel meer.

Sommigen mensen ontberen inschattingsvermogen, inlevingsvermogen en doen dus maar wat, zeer tot lust ende vermaeck van omstanders en toekijkers.

Uit de wet van toevalligheden ontstaan soms de mooiste ludieke momenten.
Doet me weer denken aan een bezoek aan mijn peetoom jaren terug. De goede man hield er een soort van klein boerderijtje op na. Hij had kippen, wat varkens en een schichse hond. Eens in de zoveel tijd ging ik er een bakkie doen. Zo ook die dag. Ik kwam aangeslenterd over de dijk en ging door het klaphekje. De grote barnevelderse kippen liepen rustig te slenteren en te tokken. Mijn oom zat op een krukje lekker in het zonnetje een bakkie te doen, terwijl de hond in zijn schaduw lag te dutten. Ter voorkoming van het gejaag en gesar achter de kippen was deze aangelijnd aan een paaltje met een beperkte omtrek. Ik deed het hekje zachtjes dicht, want de klap kon de kippen en de andere dieren soms aan het schrikken maken.
Ik stak mijn hand op en wilde net goeiemorgen zeggen. Pardoes schopte ik tegen een steentje, niet groter dan 3 vierkante centimeter, geen idee waarom, misschien uit balorigheid. Het steentje schoot met een vaart vooruit, prceies tegen de kale kont van de voorste kip. Die schrok zo enorm en vloog luid kakelend omhoog. Uit paniekgedrag schoten de andere kippen ook luid kakelend alle kanten uit . De hond schiet schijnbaar wakker uit een angstige droom en vloog uit paniek onder de stoel van mijn oom vandaan. Door het gedrentel en zenuwachtige gedoe van hemzelf was hij schijnbaar een paar keer tussen de stoelpoten door gekropen. Na twee meter sprintwerk stond het touw strak, de hond keerde een keer aan zijn nek om in de lucht plat op zijn buik en mijn oom z’n stoel schoot onder hem vandaan, de hete koffie over zijn schoot gietend.
Met open mond en half in de lach schietend stamelde ik : “Goeiemorgen” en ik heb het geweten natuurlijk !

Ook heb ik eens met een botter gevaren op de Waddenzee.
Met een groep gingen we dan zeilen, rekening houdend met het getij, stromingen en windrichtingen. Vooral het laveren tussen boeien en zandbanken is een verhaal apart. Zo’n grote botter is een lomp schip zonder kiel met zwaarden aan de beide kanten. Een ideale klomp met een zeiltje dus.
Zeer gezellig en spontaan vloeit de drank dan ook rijkelijk en om de beurt gaat er iemand dan af en aan voor een hapje en een drankje.
Omdat niet iedereen over dezelfde stuurmanskunsten beschikt gebeuren er dan ook wel eens onverwachte dingen.
Ik liep met een blad vol met drankjes en versnaperingen van het achtersteven naar voren over het smalle wandelstrookje van het schip. De meesten zaten gezellig op het voorsteven te keuvelen over van alles. Ik was hen tot op een paar passen genaderd.
Plotseling schoof de botter in zijn geheel op een zandbak. Wat er dan gebeurt laat zich raden. Omdat ik al op het schip liep en bijna het voorsteven genaderd was, stond het hele schip in een zucht stil. De vaart was zo enorm dat ik door de smak doorholde letterlijk en met de hele handel aan de voorkant overboord sloeg. Iedereen lag ondersteboven op het voordek en ik lag in zee met van alles om mij heen drijvend. We hebben er enorm om gelachen !

Zo zie je maar weer, schrijf alles op wat je meemaakt en iedereen kan er een leuk verhaal van maken. Het was me een genoegen.
Gelijkenissen van bestaande personages of karakters uit mijn voorgaande verhalen berusten uiteraard op pure fantasie.

Totaal aantal pageviews