Anders dan de titel doet vermoeden ga ik het eens hebben over het staan of wachten in een rij. Hoe ergerlijk kan het zijn in een maatschappij van hollen, staan, vliegen en weer doorgaan om stil te staan en minutenlang te wachten………te wachten……….en te wachten………….maar op wat ?
Diverse belachelijke, soms komische situaties, gaan wij eens even onder de loep nemen.
Mijn vriend Antoine en ik, vinden het heerlijk om veel en vaak op vakantie te gaan. Het liefst gaan we naar een naturistencamping, daar zijn we vrij in ons doen en laten en kunnen vaak ongeremd onze gang gaan. Maar voor we zover gekomen zijn gaat er heel wat aan vooraf, zeg !
Alvorens we onze tassen inpakken, gaan we vaak nog even shoppen voor de noodzakelijke toiletartikelen. Wij zaterdagmorgen op weg naar de Winkelhof, begint de ellende al bij de eerste rij stoplichten. In de rij kom je al aangereden en schuif je aan de bumper van de laatste, je trommelt op het stuur, want “we” hebben altijd haast schijnbaar. Het stoplicht, waarom dat rood is heb ik me altijd al afgevraagd, roept al om een verhoogde spanning, oranje zou veel beter staan. Het wachten duurt lang, we staan daar maar met z’n allen en wachten….er komt niets aan…….geen enkele straat links of rechts beweegt…..alles staat stil…….iedereen kijkt naar elkaar…….je wacht…..begrijpt het niet……je wacht…….minuten verstrijken……en je zegt hardop : “Dit is toch niet normaal ! In deze tijd !”
Uiteindelijk zet de stoet zich dan toch in beweging. De eerste irritatie is vastgezet in mijn grijze hersencellen.
We gaan gezellig, bumper aan bumper de garage van de Winkelhof in, het duurt en het duurt, schijnbaar heeft iedereen een terreinwagen, kan men de achterkant van zijn eigen auto niet goed inschatten, moet men er uren over doen om in te parkeren en aan de handgebaren van de voorste inzittenden te zien, gaat het gepaard met heftige vocale toonzettingen, want manlief had er toch al geen zin in. De tweede irritatieknobbel heeft zich gemanifesteerd.
Gelukkig hebben wij een handzaam glad autootje, dus een nauwe ruimte is snel genomen. Het is geen komfoortje voor een lange rit, maar heeft wel een heerlijke pook in het midden, mmm.
Wij gezellig naar de slager. Daar aangekomen stonden er al mensen voor ons, aan de beurt of niet aan de beurt, dat zou zo wel blijken. Meestal tel ik het aantal voor me en wacht mijn beurt af.
Er komt een grote rijzige man met grijze snor met z’n dochter aan z’n arm aangelopen en al quasi onderhoudend praten met haar schoof hij achteloos tussen de mensen door naar voren, met ’n air van “Kijk-mij- eens-lekker-keuvelen-met-m’n-volwassen-meid, mensen !”. Let op, zei ’n stemmetje in mij ! En verdomd !
“Wie kan ik helpen ?” zei de jongeman achter de toonbank. En prompt begon de man :”Ja, ik wou graag zus en zo…..!”
PATS ! De zekering sloeg bij mij door. “Helemaal niet !” zei ik hardop, “U bent helemaal niet aan de beurt. Ik ben eerst en dan is die mevrouw ook nog vóór u !”
De jongeman achter de toonbank haalde vertwijfeld z’n schouders op.
“Ik sta hier al de hele tijd te wachten, dus help me nou maar !” zei de grijsaard met een arrogant dwingende toon.
MOOI NIET ! Joeg het door m’n hoofd, gebruik je overredingskracht !
De naam op zijn naambordje viel me direct op, gebruik je cursus !
“Zeg Johan”, zei ik kalm zijn persoonlijke naam noemend, “die man zit er volledig naast, is het niet zo mevrouw ?”, zoekend naar medestanders, die gelijk bevestigend knikte. “Ik wil graag…..” en maakte mijn bestelling aan hem bekend.
Rood opgeblazen van woede keerde de man zich om met z’n dochter onder vocaal protest om vooral voor haar niet af te gaan.
Die zit, dacht ik, en kon een glimlach nauwelijks onderdrukken.
Het is me vaker voorgevallen en sta ik versteld van de brutaliteit die mensen hebben om voor te dringen en dat mensen dat ook zomaar over zich heen laten gaan.
De irritatieknobbel was weer voor de helft geslonken.
Aan de kassa aangekomen van de Digros maak je ook wel eens wat mee.
Wachtend stonden wij daar, mijn vriend en ik, omdat je toch altijd onbewust de aandacht krijgt van omstanders, schijnbaar zijn twee lieve jongens die boodschappen doen toch nog wat ongewoon, kijk je vaker om je heen dan een ander. De rij naar de kassa naast ons werd opgeschud door een heftige discussie. Een vrouw was, maar met één boodschap in haar hand, de hele rij voorbij gegaan en zonder te verblikken of te verblozen tot vlak bij de kassa aangekomen. De man achter haar maakte hardop bezwaar, wat dat allemaal wel niet voorstelde, asociaal gedrag en sputterde met heftig handgebaar terwijl hij er rood van aan liep. “Meneer”, zei de vrouw hardop, “ik ga toch niet met één boodschap in zo’n lange rij staan ?” Verbluft sputterde de man nog tegen, sprak over fatsoensnormen en brutaliteit, maar deed in feite niets. De vrouw gooide haar neus in de wind en staarde recht voor zich uit.
De knobbel in mij groeide weer gestaag.
Terug rijdend met onze boodschappen discussieerden wij honderduit over het wacht- en rijgedrag van mensen en moesten toegeven dat wachtrijen wel degelijk gemanipuleerd worden. Wij hebben het zelf meegemaakt met een afspraak voor vasectomie in het Rijnland Ziekenhuis. Omdat we allebei toch geen kinderen krijgen en ook niet willen en het de smaak van de seksuele beleving lekkerder maakt, besloot mijn vriend daartoe. De wachtrijen zijn groot, maar via een bevriende verpleegkundige en haar relaties met die bewuste afdeling kon het wel een keer tussendoor, hadden ze wel een gaatje, die wij natuurlijk met één twee vingers aangrepen. Dat ze bij de poliklinische afhandeling aldaar tevens zijn linker testikel ook per abuis hadden weggenomen is een detail, maar staat wel amusant !
Hoe anders is het met het doneren van je geliefde organen, als je ter stond wil doneren heb je absoluut géén wachtrij. De reclames staan zelfs in alle kranten :”Snel uw nierstenen kwijt?” Je wordt verdoofd, er is geen mens die je gelooft als je zegt dat je opeens wat holler klinkt, je gezichtvermogen is gereduceerd en je steeds heh zegt terwijl je ogen alle kanten op draaien omdat de remschijven achter je ogen ook gewisseld zijn.
Maar goed, wij onze koffers gepakt, op weg naar het vliegveld.
Daar kom je ook niet zomaar. Waardoor een file ontstaat is in vele gevallen niet eens duidelijk. Of het ongeluk is allang opgeruimd als je op de plaats delict aankomt, of er was een keer goed hard geremd zodat alles als een harmonica in elkaar schoof, of het gebeurde aan de andere kant van de snelweg, een zgn. “kijkers file” . Dan heb je nog van die gladiolen die links en rechts aan je voorbij schieten, alsof er goud te halen valt voorin de rij en elk gat induiken om er maar weer een autolengte aan te winnen. Ook de signalering wordt totaal genegeerd. Al honderden meters lang wordt er gemaand om de snelheid te verminderen, opdat de harmonica rij zich dan sneller op zal lossen. Nee, met 100 komen sommigen dan nog aangescheurd, schijnbaar denkend dat de rest 50 moet rijden en zij niet !
Omdat we met de “Fastboarding” van Easyjet snel konden inchecken, maar onze stoel niet konden kiezen, want we willen toch wel graag elkaar vasthouden bij het opstijgen, stonden we toch vroeg en lekker vooraan in de rij bij de incheck balie. Ook daar weer hetzelfde geneuzel. Quasi onwetend schoven mensen zich naar voren met een “O-zo-brandende-vraag-op-hun-lippen-gezicht” . “Is dit de Fastboarding-balie mevrouw ?” terwijl boven hun hoofden lampen, flikkerlichten, non-verbale sirenes er op duiden dat ze met hun klodderige lichaam er precies onder stonden. Droog, met een door geestweggezogen blik wenden ze zich dan sukkelig af om voorzichtig na de derde c.q vierde persoon in de rij, afhankelijk van de fysieke, mentale weerbaarheidsuitstraling van het bewuste slachtoffer. Sommigen lieten het er natuurlijk niet bij zitten en spraken haar op haar fatsoen aan. Ze wuifde dat simpel met gespreide handen weg :”Je ne pas comprend, ehhhh”, en bleef gewoon vertwijfeld staan.
Vakantie vieren is heerlijk. Er zomaar een lekker weekje, weekend of een paar dagen tussenuit is ontspannend en tegelijk ook spannend. We genieten ervan met volle teugen. Het vliegen is een sensatie, de enorme krachten die gepaard gaan met het opstijgen van een volgepakt vliegtuig is iedere keer weer een klein wonder. Het moment van loskomen veroorzaakt altijd weer een kriebel in mijn onderbuik. De pijn in de oren vanwege het drukverschil tijdens het stijgen en dalen nemen we voor lief. Netjes en beschaaf nemen we met z’n allen plaats. Een voor een hebben we het geduld om een ander de kans te geven om zich in zijn of haar stoel te nestelen en de bagage te bergen.
Hoe anders is het na het landen. Schijnbaar is er een enorme angst om in het vliegtuig achter te blijven. Zodra het lampje “fasten seat belts” uit gaat ontstaat er een enorm klik gehalte, geroezemoes en steunende, kreunende en zwoegende mensen die zich uit hun zetel trachten op te richtten. Binnen no-time staat het middenpad vol met krom gebogen, half op stoelen leunende, verward uitziende, aan handbagage sjorrende personen.
Waarom ? Schiet het door mijn hoofd. Waarom blijven mensen niet rustig zitten en laten de stewardessen de mensen niet rij voor rij het vliegtuig verlaten ? Het is zo simpel !
Het hotel was fantastisch, de zonovergoten stranden en tropische cocktails heerlijk.
Al snel waren we gewend, onze shorts staken fel af bij onze snel gebruinde lichamen en we hebben veel nieuwe vrienden gemaakt. Onze aankopen bij de drogisterij hadden succes en smaakten naar meer.
Het was alleen niet zo slim om met zonneolie ingesmeerde handen foto’s te maken, als een banaan gleed hij uit m’n handen, en ondanks dat ik wel met gladde dingen overweg kan, kon ik niet voorkomen dat hij naar de bodem van het zwembad verdween. Na een hoop gedoe en lachwekkende situaties probeerde ik toch eens te informeren bij onze verzekeringsmaatschappij of zoiets wel verzekerd was. Nou, dat was ook een gebed. Bel je naar Nederland, schijnbaar ging de voorkeuze niet goed, ik ben nou eenmaal niet zo handig met een mobieltje, krijg ik een of andere griekse digitale dame aan de lijn, die mij probeert wijs te maken dat ik een ander landnummer moet bellen.
Uiteindelijk kreeg ik dan toch de maatschappij aan de lijn, althans een digitale stem : ”Een moment geduld alstublieft, u wordt zo dadelijk door verbonden” daarna een keuzemenu, via een “druk-een-cijfer-verhaal” kom je dan bij een persoon, die het wel waarneemt, maar eigenlijk niet-de-persoon-is-die-je-moet-hebben conclusie bezigt.
Met de belofte dat je wordt teruggebeld hang je dan maar op, waarna je na een paar dagen het weer eens probeert, waarna blijkt dat je het wel vergoedt krijgt na overleg van een politierapport en de aanschafbon ………… en u snapt het wel….mijn remschijven achter m’n ogen weigerde weer eens dienst !
Wachten is niet leuk, dat snappen we allemaal nou wel. Maar er is ook een vorm van beleefdheid. Als we allemaal in de rij zouden staan voor de dood of voor enge ziektes, dan kunnen we opeens wel zeggen : “Gaat u maar voor hoor !”
Vreemd !