24 december 2012

Kerst(ge)mis


Mijn vroegste herinneringen aan Kerstmis gaan wel heel ver terug. Als klein kind is mijn gevoel wat er bij hoorde, na diep peinzen, een gevoel van opwinding en van spanning. Ik weet nog dat wij, als kleine kinderen, op kerstavond, eerder naar bed moesten om later weer wakker gemaakt te worden. Het was dan donker, iedereen was uitgedost in feestelijke kledij en nog half slaperig trok je dan, de zorgvuldig op een hoopje klaar gelegde, “zondagse kleren” aan. Op de een of andere manier was iedereen een beetje opgewonden of nerveus, althans dat gevoel staat me bij.
Naar keuze was er dan, zoals later door ons doordrong, een heilige mis om 10 uur en ook nog eentje om 12 uur ’s avonds. Uiteraard was die van 12 voor ons de spannendste. Het moeten er wel een aantal geweest zijn in mijn kindertijd, maar die mij nog goed voor ogen staan, zijn die met een witte deken. Met zijn velen gingen wij dan lopend door de, onder onze voeten, knarsende sneeuw op weg naar de kerk, over de Poeldijk. Het was gezellig, het was apart, we waren opgewonden.
Het moeten die momenten zijn geweest, dat wandelen in zacht dwarrelende sneeuw mij nu zo bekoort. Omdat velen van mijn broers misdienaar waren of waren geweest, was ook ons die taak toebedeeld. Vroegtijdig, al ruim voordat de mis begon waren wij al bezig met de kaarsen te ontsteken of andere bezigheden op het altaar. Al heel vroeg liep de kerk dan vol, voller dan vol, übervoll. Op de een of andere manier was er altijd een massale uittocht van mensen naar de kerk, alsof het laatste oordeel die avond moest vallen, alsof we met z’n allen daarna gingen hemelen of zo. We dienden dan zo goed als kwaad mogelijk de mis.
Mis-dienen is alles fout doen, zoals mis-daden ook niet gewenst worden. Het was dan ook altijd weer spannend, om als mis-dienaar, vaak opgedragen voor een of ander gebedje, op het juiste moment op de juiste plek staan, het leek wel toneel en dat was het ook, achteraf gesproken. Maar we hebben ons nooit mis-dragen.
Het leukste kwam dan daarna, na alle plichtplegingen gingen we thuis aan tafel. Heerlijke broodjes en krentenbollen met een keur aan vleeswaren en lekkernij voor op brood. Daarna altijd spelletjes doen, gezelligheid ten top. Dat had een apart gevoel. Een heerlijk warm gevoel.
Jaren daarna werd dat minder, met je eigen cirkel vierde je eerst Sinterklaas en wat minder de Kerst. Het geloof had je min of meer verlaten voor een reden die niet in dit verhaaltje past. Ik weet de overstap naar de Kerst met ons kringetje nog goed. Onze jongste zoon had ik met zijn laatste Sinterklaas verklapt.
Omdat ik regelmatig met hem naar de voetbal ging als spelende jongeling en hem daarin ook volgde had ik hem eens gevraagd naar zijn scorend vermogen. “Oh, pap” zei hij dan schalks” ik heb vandaag nog een doelpunt gemaakt !” Met dit in mijn achterhoofd gebrand ben ik toen aan het rijmen geslagen over zijn scorend vermogen, voegend bij de cadeaus, voor mijn jongste trots.
Met grote ogen zei hij toen een dag na Sinterklaas, natuurlijk niet tijdens, want dat zou misschien ten koste gaan van de buit, “Pap, ik heb iets ontdekt !” “Jij bent Sinterklaas !”
“Oh ? “ zei ik toen verbaasd.
“Ja, ik heb alleen tegen jou gezegd dat ik had gescoord……maar ik heb helemaal niet gescoord ! Dus jij bent de Sinterklaas !” Ik heb er met mijn Anneke vreselijk hard om gelachen, wat een slimmerd.
Sindsdien vieren wij Kerst onder de boom.
Véél gezelliger, géén gelieg en bedrieg meer, maar warmte en gezelligheid in een knusse kring.
Maar op de een of andere manier miste ik iets. Of dat het nou kwam omdat ik ouder werd, of dat er zo weinig witte Kersten waren. Er hing altijd een soort gevoel van “iets missen” omheen.
Jaren heb ik dat schijnbaar onbewust gecompenseerd door mijzelf, als in een soort van ludieke bui, grote cadeaus te geven. Een uitgebreide boormachine set, een videocamera. Zeer vermakelijk, om te zien hoe de kinderen daarop toen  reageerden, de eerste jaren met grote ogen, “Ohhh, pappa !” en in de jaren erna een verveeld “Pappa weer !”
Maar de “mis” bleef. Als een sluimer hing zij om me heen. Wat was het dan toch ? Werd ik te oud ? Voelde ik mij miskend ? Had ik me misdragen ? Was ik hier misplaatst ? Ben ik dan misdeeld ?

Nu, dit jaar, op de dag van Kerstavond werd ik in de ochtend  heel vroeg wakker. Vanochtend dus. Ongewoon vroeg.
Klaar wakker lag ik in het donker naar het plafond te staren. Kerst te relativeren, zeker een uur. Mensen die ik liefhad en die deze Kerst er niet meer waren, mijn lieve schoonmoeder, mijn peetoom, mijn broer ............... zouden ze de warmte missen ? Op de een of andere manier voelde ik toch hun aanwezigheid als een warme deken !  In het donker. Het was goed ! Ze waren erbij, ook deze Kerst ! Een volkomen rust daalde op me neer, wat had ik immers te klagen.
Het werd licht in mijn slaapkamer, een lichte gloed deed het donker verdwijnen.
Of het nu kwam omdat het sowieso tijd was om licht te worden, het was wél heel toevallig.

Ontspannen lag ik daar, op mijn rug te relativeren. Wij gaan Kerst vieren met ons gelukkigste bezit, onze schatten van kinderen, gezond, gelukkig en met een gezegend stel hersenen. We hebben vrienden om ons heen, sommigen al vanaf de kleuterschool, waarmee je lief en leed kan delen, in vertrouwen, in warmte. Géén oorlog, géén armoe. Knappe dochters met schoone zoonen, die een welkome aanvulling zijn in ons cirkeltje. Wat zeur je nu toch eigenlijk !
Welk gemis ?
Tranen biggelden in de vroege ochtend over mijn wangen,
géén tranen van verdriet maar van geluk.

Ik ben blij man !
Géén lucifersmeisje gedoe, géén Mr.Scrooge gedoe !
Maar warmte !

Ook voor mijn lezers ………. een warme Kerst gewenst !

3 december 2012

Sinterklahaastje !


Het is waar wat oude mensen schrijven over vroeger. Wat Sinterklaas betreft werd ieder kind voor de gek gehouden. Het verwachtingspatroon en feestgedruis rond 5 december doet menig kinderhart sneller kloppen. Vroeger al, maar ook nu nog steeds. Mijn dochter, die werkzaam is op het kinderdagverblijf beaamt dit ten volle. Ze moeten zoveel broekjes en billetjes verschonen in aanloop naar deze heugelijke dag, het is abnormaal zegt ze. Ze zijn uitgelaten, opgewonden en vol met stress. Een factor die blijkbaar sterk reageert naar sluitspieren van het menselijk lichaam.
En toch houden we het erin. Gelukkig maar !
Natuurlijk, we creëren een sprookjeswereld, waarin we willen geloven en in weg willen kruipen, maar het blijft leuk.

Toen ik zelf nog kind was, één van de elf graailustigen als het om wat extra’s ging, stonden ook wij voor de potkachel onze liederen te zingen, hopende op taai-taai, marsepeinen kikkers of andere zoetigheid in de zo groot mogelijk uitgekozen schoen en menig laars, want ja, daar kan nou eenmaal veel in, naar wij dachten. Zo ook die ene avond die ik nooit meer zal vergeten. Al zingende werden wij plots opgeschrikt door een heftig gebonk op de voordeur van de molen , de deur vloog een kier open en een zwarte handschoen gooide en strooide onvervaard een paar kilo pepernoten en ander klein suikergoed naar binnen. Wij waren positief verrast en geschrokken tegelijk, terwijl onze ogen bijna uit de kassen vielen van geluk, wat een zooi snoep ! We doken allemaal op de vloer en graaide naar al dit lekkers al schreeuwende met wijde armen : ”Dit is mijn gebied !” een zo goed mogelijk territorium bepalend, als een soort van “landjepik”. Het viel niet mee met zovelen op een relatief klein vloeroppervlak en onderhandelen was sowieso niet aan de orde. Behalve dan met Dré.
Die had die grote zwarte handschoen zien komen, gezien dat daar heel veel snoepgoed uit kwam rollen en dacht wellicht, daar, daar is de bron van al dat lekkers en vloog de zwarte handschoen achterna. Hij was toen al snel, maar Zwarte Piet was hem toch net eventjes voor, die schrok natuurlijk ook van die kleuter en smeet pardoes de deur weer snel dicht, die de sponning niet ging redden want Dré zijn hoofdje zat er nog tussen ! Hij brulde het uit als een speenvarken, viel geschrokken op zijn gat met links en rechts een rode striem op zijn gezicht, die allengs dikker werd. We lagen daar, met z’n allen op de grond met gespreide armen en keken verschrikt op naar hem, zo goed en kwaad mogelijk wél ons gebied beschermend. Dré had niks. Althans, wel een paar schrammen, maar géén pepernoot ! Schoorvoetend en luisterend naar de wijze woorden van vader Willem, hebben we toen uit solidariteit maar wat pepernoten en hier en daar een kikker aan hem afgestaan, maar zoals bij elk klein kind, het ging natuurlijk niet van harte !

Veel later, met mijn eigen cirkeltje, heb ik menig trukendoosje opengedaan voor onze drie koters. Zo was ik altijd even na etenstijd in de weer met het voeren van de beesten die we hadden. In december was het altijd bijvoeren geblazen, dus viel het in de dagelijkse routine om de pony, het hangbuikzwijntje, de katten en de konijnen van hooi, bix, korrels en ander voer te voorzien.
Zo ook op die pakjesavond, meestal voorzien van guur, slecht, regenachtig weer, zoals in de meeste sprookjes. Ik hoorde mijn twee dochters uit volle borst zingen voor de schoorsteenmantel en mijn jongste zoon Dennis kwam er altijd met gebroken tekst een tel achteraan, want ja, hij was nog klein en brouwde energiek met zijn zusjes mee. Een glimlach verscheen op mijn lippen, hoe lang zou ik ze nog voor de gek kunnen houden. Behoedzaam zette ik de, angstvallig in schuur verborgen gehouden, zakken met cadeaus voor de voordeur en belde een aantal heftig keer aan. Op mijn klompen moest ik dan spurten, om het huis heen, naar de achterdeur om zonder hijgen te proberen te zeggen “Wat is er aan de hand, vanwaar die drukte ?” zoals elk jaar weer.
Je vergist je dan wel eens in het pikkedonker waar je precies loopt en zeker met regenachtig weer. Als je de hele dag in de tuin bent bezig geweest met schoonhouden en opruimen, vergeet je weleens waar je je kruiwagen hebt neergezet. U raadt het al. Ik flikkerde in mijn sprint op klompen bovenop die kruiwagen, die ik daar in het pikkedonker totaal niet verwacht had. Het maakte een herrie alsof iemand een doodskist van de draagbaar liet vallen, althans zo klonk het in mijn beleving. Ik smakte met kruiwagen en al in de bagger. Valt allemaal nog mee, denk je dan, behalve als je met dat regenachtige weer, tussen de plensbuien door hebt verzuimd om al die paardenstront uit die kruiwagen te legen. Dus daar lag ik, het zag er niet uit en het stonk. Ik krabbelde zo goed en kwaad mogelijk al kreunend weer overeind, blijkbaar niets gebroken, dacht ik nog, strompelend op weg naar de achterdeur. Mijn oudste dochter, die altijd aan iedereen denkt, de lieverd, stond mij al in het gat van de deur te roepen.”Pap, pap ! De kadootjes van de Sint zijn gebracht, kom gauw !”
“Ja, ja…..” kreunde ik zacht, mijn tekst van vorig jaar vergetend, “ wacht maar eventjes met uitpakken, schat……"

"Pappa gaat eerst even douchen !”


13 november 2012

Het Anemoon Syndroom

Daar ben ik weer. Even een tijdje weg geweest. In mijn schulp gekropen zoals dat heet. Dat was ook wel even nodig.
Alles in mijn schulp op een rijtje zetje en netjes ordenen, hier en daar een beetje afstoffen, troep opruimen, dingen van zijn plek halen, anders schakeren en dan blijkt zo’n schulp er eigenlijk best weer leuk uit te zien. Fris en monter treed ik dan ook weer naar buiten. Grappig genoeg doen zeeanemonen precies hetzelfde.
Kom ik straks nog op terug.

Zoals elk geavanceerd gezin, zitten wij ook regelmatig met z’n allen te laptoppen. Er is van alles te zien, te halen en te leren op het internet. Mijn vrouw leest via een E-book de mooiste romans en bestsellers, mijn dochter download de laatste “high rate” speelfilms, mijn zoon U-tubed wat af en ikzelf pin mezelf nooit vast aan één onderwerp, want er is teveel. En alles is “gratis” !
En daar wringt nou juist de schoen. Het toverwoord in Hollandse zuinigheid is gevallen.
“HIER, BIJ ONS ! GRATIS TE DOWNLOADEN !”
“NU ! DE EERSTE DRIE WEKEN GRATIS PROBEREN !”
"GRATIS MUZIEK DOWNLOADEN”“GRATIS EBOOKS”
GRATIS ANTI-VIRUS” en ga zo maar door.
En ja, mijn vrouw op zoek naar een "gratis" e-pub van Foute Sarahs. Na veel vijven en zessen de torrent gevonden, en dat, in een bundel van zestien boeken. Mooi ! Zestien boeken gratis en een Foute Sarahs erbij. Even downloaden, converteren, en opduwen naar haar Kindle. So far so good !
Begint opeens haar laptop te brommen en een onverwacht virusscan programma begint in haar scherm opeens alles te verzamelen, te browsen en met de meest schreeuwende pop-ups te waarschuwen dat de meest verschrikkelijke virussen zijn aangetroffen in haar laptop.
Verschrikt kijkt ze op en fluistert angstig “wat is dat nu weer ?” Ze haalt mij erbij en ik zie dat een programma zich “gratis” heeft genesteld in haar BIOS. En dat heeft niets met een klit in haar haar te maken !
Alles werd door dit programma geblokkeerd tot en met het internetten aan toe, zodra je maar ook iets wilde opstarten of bekijken kwam het met de meest verschrikkelijke waarschuwingen. En of je dit virusprogramma maar zo snel mogelijk wilde registreren, activeren en betalen á € 58,00 per jaar, dan was je overal weer vanaf en was je volledig “gratis” beschermd ! Ik was er klaar mee ! Dus niet !
Het heeft me twee dagen gekost om dit hardnekkige virus uit te schakelen. Via verschillende forums werden verschillende methoden aangeduid om dit te verhelpen. Nog onbekend en naïef pakte ik de eerste beste beet:
“Met “gratis te downloaden” SpyHunter is dit probleem in een oogwenk verholpen!” Deze oogwenk duurde de hele maandagmorgen, het programma vond het virus kon het uitschakelen, maar deed het net niet : of ik me eerst maar even wilde registreren en een abonnement wilde betalen, dan werd het virus opgeruimd ! Middeleeuwse praktijken noem ik het maar !
Dan maar een ander proberen. Malwarebytes ! Ook een “gratis” versie gedownload en ja, waarschijnlijk ook lid van het consortium, de misdadiger werd tot de deur gebracht, maar er uit trappen, ho maar ! Ik werd steeds vrolijker ! Dus niet !
PCTools, mijn idolaat van vroeger, toen DOS nog DOS was en beheersbaar, had ook dé oplossing. Mijn vertrouwen was groot, de agent zag er betrouwbaarder uit, kwam binnen, pakte uit en ja het koste me ook een jaarabonnement, eerst betalen dan opruimen ………….toe dan maar, dacht ik.
Na betalen, registreren, scannen, opruimen en rebooten, kwam dat pokkeding zichzelf gewoon vrolijk weer melden. “Hallo ! Ik ga even je files en je harde schijf scannen! O,o, wat heb je toch een lap top vol met de meest desastreuze virussen !”
Nou, ik kan je wel vertellen, ik had er ondertussen wél een harde schijf van gekregen !
Mijn zitvlak ging danig protesteren. Het bloed aldaar stroomde niet meer door, want dat was naar mijn hoofd gestegen, ik kookte ondertussen. Veertig euro betaald via mijn credit card, waar ik sowieso al niet vrolijk van wordt en dan nog géén oplossing.
Ik verder gegoogeld. Na enige tijd kwam ik via een forum een logische oplossing tegen. Die stond me wel aan. Een ongewenste gast, die zijn koffers meeneemt en uitpakt moet je verwelkomen, een stoel, een biertje en wat te eten geven. Ondertussen dat hij zich al smekkend vermaakt, pak je zijn koffers op en gooit deze naar buiten op de brandstapel. Dan loop je weer naar binnen en zegt vriendelijk, joh, je kan wel blijven maar ik kan je koffers nergens vinden, dus als je zo vriendelijk wil zijn….daar is de deur !
En zo werkte dit ook. Ik heb de executables opgezocht, vernietigd en in de BIOS al de verwijzingen ernaar ook verwijderd. Klaar ! Het enige wat achterblijft in mijn etablissement is een bord, een leeg glas en zijn geur. Sois !

En zo is eigenlijk het hele internet opgebouwd en ingericht, de vele kleurrijke en schreeuwerige uithangborden met de veelal “gratis” geprijsde artikelen en diensten, doen je haast geloven dat ze het nog menen ook. Totdat je in hun buurt komt, ze trekken je naar binnen, zuigen je leeg en laten je overbluft, mager en met een kat in de zak (in dit geval was het een kater) weer verder surfen.
Heb je jezelf nooit afgevraagd waarom je mailtjes of pop-ups krijgt over dingen waar je nou net geïnteresseerd in bent of over hebt gegoogeld ?
Heb je jezelf ooit afgevraagd waarom mensen elkaar met een sneeuwbal aan e-mail adressen elkaar waarschuwen over zaken, waarvan je jezelf afvraagt “wat moet ik daar nou mee?”.
Erger nog, heb je wel eens nagedacht wie daar nou mee begonnen is ?
Ik ben ervan overtuigd, dat de IT business de enige branche is die zichzelf onderhoud en van werk voorziet.
Blijft een prachtig medium, het internet, we kunnen niet meer zonder. Voor studie, werk, vrije tijd, de meest prachtige verhalen en onderwater scenario’s  kan je oproepen en bekijken.

Prachtig die zeeanemonen, kijken, kijken, kijken en niet aankomen !


4 oktober 2012

Ik heb een boot .......

Ik heb me altijd veilig gevoeld,  in mijn boot.
Ik heb me altijd gevleid gevoeld, in mijn grote boot.

Sterke touwen hielden mij vast aan de kade, niet één, maar meerdere sterke lijnen stonden altijd fier en strak.
Losrukken, door macht en ontij, was er niet bij.
Een leven lang stonden zij strak en voorbestemd, maar een leven is lang en alles slijt.
De lijnen geloof, hoop en liefde aan het voorsteven hielden lang stand, maar alles slijt.
De dubbele knoop vertrouwen en eerlijkheid aan het middenschip leken onverwoestbaar.
Zouden de boeien zekerheid en warmte alle stoten bergen ?
De dikke kabels wilskracht en nu aan het achtersteven zouden niet verzaken, maar alles slijt.
Zicht zou dan wel blijven, de lange lijn was haar eer te na om blind te varen.
Het zou goed moeten gaan,doch geloof was van slechte makelij en liet als eerste vieren, waarop hoop en liefde strakker gingen staan.
Vertrouwen werd gestreeld en eerlijkheid nam een loopje.
Wind en water, zon en regen, trekken, duwen en nog meer, een leven lang.
De machtige kleuren van de lijnen, na zoveel jaar, werden flets,  zacht en broos.
Waren zekerheid en warmte niet verbleekt en ingedeukt ?
Ook wilskracht aan het achtersteven had door rukken en nukken reeds averij.
Mijn boot begon hoe langer hoe meer te schommelen.
Mensen op de oever hielden liefde stevig vast en gooiden nieuwe lijnen onzekerheid en onmacht naar me toe. Hou vol, hou vol ! Hoop was gerafeld en liet gaan, terwijl vertrouwen ook zijn sterke kant verloor.
De nevel kwam zacht en onverwachts, langzaam zicht wegnemend, welke lijnen waren er nog, aan welke kant ?
Onmacht hield ik stevig vast en onzekerheid was niet eens vastgemaakt.
Mijn boeien waren weg, vertrouwen was langzaam afgebroken.
Mist trok stilaan op en in het duister tastte ik naar wilskracht, nu en toen, de knopen waren enorm en verstrikt. Ik streelde ze om en om en om en om en liefde was aan mij verstrengeld.
Vanaf de kade werd besef en onbegrip gegooid. Besef hield ik en onbegrip werd steevast teruggeworpen.
Langzaam word het donker, zie ik de schimmen van mijn kinderen vervagen.
Mijn bootje dobbert verder af, het duister in. Ik hoor stemmen op de kade maar van wie ?
Ik voel de liefdelijn heel teder tukken, ik heb nog maar een handje vol, ik kijk, dat moet dan afscheid zijn. Het glijd weg, zo zacht en onverwacht , staar ik dan met tranen in het duister.
Ik grijp nog wel maar heb de kracht niet meer.
En dobber langzaam verder af.
Mijn nacht weer in.

29 september 2012

Een haan met b(w)allen

Meestal gaan we in september nog een weekje nazomeren. De voorkeur gaat uit naar Griekenland.
De mensen zijn aardig, de natuur is er prachtig en de kans op een heerlijk zonnetje is groot.
Zo ook dit jaar. Samos was ons doel, de last minute was een feit met het overhandigen van onze paspoorten aan de balie. Binnen een dag zaten we in een prachtig hotel wat tegen een bergplateau was gebouwd met een meer dan voortreffelijk uitzicht. Vanuit het zwembad keek je een groen bebost dal in alwaar enkele cipressen kaarsrecht omhoog groeiden, tussen de diversiteit aan boomsoorten en struikgewassen afgewisseld met rotsformaties. Prachtig, een paradijsje en dat voor weinig. De eerste dag ben je moe van de reis, snak je naar een koud biertje en ga je des avonds op zoek naar een leuk tentje om lekker te eten. Alles lukt, tevreden en voldaan ga je naar je hotelbed en val je in slaap……….dacht je.
We hadden het niet opgemerkt tot dan. Niet heel ver van het hotel kraaide een haan. Mwoah, denk je dan, een haantje die kraait. Kom op !
Ik ben opgegroeid op een klein boeren bedoenkinkje, zoals mijn moeder zou zeggen, en dus ook met kippen, varkens, koeien en hanen. Wel wat gewend dus, zou je zeggen.
Later toen we waren getrouwd heb ik er zelf een keer 3 hanen gehad in mijn achtertuin, no problemos !
Maar dit had ik nooit verwacht ………. een bariton haan !
Zo’n KUKELEKU had ik nog nooit gehoord. In gedachte zag ik hem met elke uithaal gewoon staan, borst vooruit, zijn kop ietwat naar voren gebogen en daar kwam die dan : KUKELEKU ! Aanhoudend van zwaar naar hoog, tot zijn kop onderweg van beneden naar boven richting hemel stond.
Een soort zeeroverhaan, eentje die zich nadrukkelijk in het dal en misschien wel op het hele eiland moest laten horen.
Ik kon me zijn torso niet voorstellen. Vaak ga je af op het geluid om er een lijf of lichaam bij te zoeken. Als je je ogen dicht doet en je hoort een licht twiet twiet op je balkon, dan verwacht je ook een klein vogeltje en geen torso van een vierkante meter in de boom !
Maar hier was het andersom, dit geluid kon gewoon geen haan zijn zoals ik een haan ken. Dit moest gewoon een haan zijn, die je ook kon zadelen. Jezusmina wat een geluid !
En dan komt nog vers 2, je ligt in bed, luistert er naar, went er enigszins aan, denk je ……. maar het went niet. Iedere keer als het even stil lijkt, verwacht je, wacht je en komt het toch steeds weer onverwacht. Net als een druppelende kraan, in dit geval dan een kukelende haan.
Niet één keer, niet vijf keer, ik heb ze menigmaal geteld, wel vijftien tot achttien keer dat gekukeleku. Raar woord overigens, want het klinkt niet eens als kukeleku. Haal de medeklinkers er maar gewoon af, dan klinkt het zo’n beetje wat ik hoorde en dan hard.
Zo’n haan moet toch een enorm slaapgebrek hebben ! En enorme wallen onder zijn ogen.
De tijd die tussen elk optreden verstrijkt is nooit genoeg om, als haan zelf, de slaap te vatten. Als een soort oprisping op het moment van zelf bijna weg suffen op zijn stok, in dit geval op zijn omgevallen eik, wordt de tomeloze drang tot geluid produceren weer aangewakkerd. Zo’n “val uit je bed moment” moet het zijn bij hem. En dat gaat niet in je koude veren zitten.
Lullig genoeg zaten wij en ook hij dus in een dal, dus zijn echo komt herhaaldelijk terug, waarop die sufkip natuurlijk denkt dat er een opponent even verderop ook zit te kraaien. Lullo ! En dat gaat al jaren zo ?
Even verderop zat ook een winkeltje met allerlei snuisterijtjes en die kwamen uit alle landen. Ik kan me ook levendig voorstellen dat de eigenaresse die haan ook voert. Met haar kruiwagentje voer gaat ze dan naar de haan toe om daarom weer terug te keren met een huifkar vol artikelen, snuisterijen, schoenen, wekkers, kopjes en bagagekoffers incluis.
Want zo’n haan verzamelt wat ! Althans, de hotelgasten gooien van alles naar zo’n haan toe. Richting geluid weliswaar, want ik kon hem ook niet vinden in het donker.
Ik had graag voor het hele dorp kippensoep gemaakt, dat is zeker.
Na een paar dagen had ik er wel wat op gevonden. Anti geluid !
Onze airco, die broodnodig was in die nachtelijke warmte, maakte nogal wat herrie, niet op stand 1, dat viel nogal mee, maar op stand 2 was het genoeg gekrakeel om dat gekukeleku naar de achtergrond te duwen.
Trouwens, op een ligbed op het strand, in die heerlijke hete zon ben ik ook zo weg en dat compenseert een hoop. Mits goed ingesmeerd natuurlijk !
Maar dat is weer een ander verhaal.

13 september 2012

Mijn moeder vertelt ........

Ik ben opgegroeid in het mooie groene hart van Holland.
Als oudste meid in een gezin van 14 kinderen was het de normaalste zaak om in het huishouden mee draaien en te helpen waar nodig. En dat was eigenlijk overal.
Het kleine boerenbedoeninkje, waar mijn vader zich mee bezig hield, was een schamel bestaan.
Zelf kaas maken en brood bakken, sokken stoppen en kleding maken of verstellen naar andere maten, zodat ook de opvolgende kinderen er weer gebruik van konden maken, was heel gewoon, maar arbeidsintensief.
Waar in andere gezinnen de meiden op hun 12e jaar uit huis werden geplaatst als hulp in de huishouding bij anderen (lees boerengezinnen), was ik thuis hard nodig.
Ik klaagde niet. Ik wist niet beter. Er was geen reden tot klagen, want er was niets.
Lopend naar de kerk. Lopend naar Leiden. Minuten werden uren. Uren werden dagen.
Mijn omgeving ademde rust. Ik genoot van bloemen en planten om ons heen. De ’s zomerse slootkanten vol leven en zwoele warmte. De frisse bries uit de polder. Het niet aflatende melodieus gezang van een leeuwerik. Allemaal ter compensatie van het harde werken in een groot gezin.
Ik schilderde en tekende graag, maar er was geen tijd voor. Ik las graag boerenromans, maar er was geen tijd voor, niet toen, niet daarna …..

Na de oorlog ben ik getrouwd met een buurjongen. Een lieve, sterke vader.
Een ander leven, eindelijk meer tijd voor mezelf, dacht ik …….
De kinderen kwamen. En bleven komen. In een komend gezin van 11 kinderen veranderde er niets.
Dwangmatig en met liefde zorgde je ervoor dat er eten op tafel stond, dat alle goed werd gewassen, dat alle bedden steeds werden verschoond, dat er haren werden geknipt, dat alle kinderlichamen werden gewassen, dat niemand stonk, dat er geen luizen en vlooien waren, dat alle ramen waren gezeemd, dat er boodschappen werden gedaan, dat er op de centen werd gelet, dat de plantjes water kregen, dat er bonen en rabarber werd geplukt, dat er ook nog groente werd ingemaakt voor “als er weer oorlog” kwam, dat er snoep of koekjes lagen als de kinderen weer uit school kwamen, dat er kleding werd versteld of gestopt, de schoenen waren gepoetst……..
De keren dat er met een goed boek lekker in de zon kon worden gezeten, waren op één hand te tellen. Mijn man hield er niet van……van lezen.
Schilderen en tekenen heb ik mezelf aangeleerd, mooi om van iets kleins te kunnen genieten, stiekum ……. als het even kon, dan krabbelde ik met een oud potloodje in een potje verf en tekenende ik daarmee op oude borden, dit met een kwastje doen had ik dat nooit geleerd.
Ik klaagde niet. Er was geen reden tot klagen. Waarom zou ik klagen. Mijn man hield niet van klagen.

Dagen, maanden, jaren zijn verstreken, besef ik me nu, starend uit het raam.
Heb ik mijn verjaardag eigenlijk al gevierd ?
Ik ga maar weer eens boontjes doppen, hoe laat is het eigenlijk ? Opschieten dan maar, mijn moeder komt zo nog even langs …….. oh nee, we hadden tafeltje dekje, dat is zo !
Zal ik even gaan lezen ? Ik was nog met een boek bezig ……. toch ?
Die zeurende pijn, nou ja, vort maar, stil maar, gaat wel over……. straks.
Ik lig nog zo lekker ……….. staat de radio nou aan ? Zo leuk, een beetje muziek …… mag het ….. kan het ? Mijn man houd er niet van ………… van muziek ……….
of was het nou van zeuren ?
Dan maar weer even slapen ………….
ah……….rust …………
geborgenheid ……….
heerlijk ……..warmte ……
…. even……
niets ….



Ik hou zo verschrikkelijk veel van je, ma ! 

12 augustus 2012

LUXE PROBLEMEN

Iedereen hier in het rijke westen maakt het dagelijks mee.
Keuzes kunnen maken betekend luxe.
Zolang er maar 1 iets ergens van is ben je er van verlost. Dan wordt het makkelijk, het leven is eenvoudig als je géén keuze hebt. Waar ?
Het is waar, maar soms moeilijk te accepteren, daarom is er een keuze uitgevonden. Keuzes kunnen worden gecreëerd en zolang er vraag naar is krijgen we meer keuzes, soms tot het overdreven toe.
Ons westerse economische stelsel is ervan doorweven.

We hebben 2 auto’s voor de deur staan. Als we gaan boodschappen doen kiezen we vaak de mijne. Het gaat makkelijker en er gaat meer in de bagageruimte. Is het nodig, 2 auto’s voor de deur ? Neen, ook dit is een luxe, het hoeft niet, maar het kan. We werken er allebei hard voor en hebben gelijke rechten in onze huwelijkse verstandhouding. En zo hoort het ook.
Waar je boodschappen gaat doen is ook een keuze. Wil je veel voor weinig of de betere kwaliteit voor een duurdere prijs. De keuze is reuze. Niet altijd terecht moet ik bekennen, want ik heb wel eens heerlijke wijnen bij de LIDL vandaan gesleept voor € 2 de fles, terwijl dezelfde kwaliteit bij de AH het dubbele kost. Ik proef het er niet vanaf. Eigenlijk met zoveel dingen, je proeft het er niet vanaf.
Het is het idee dat iets met een duurdere prijs dan wel beter moet zijn.
Ik heb me wederom verbaasd over het aantal schappen waarin de artikelen worden aangeboden. Mega artikelen met mega smaken worden met megaleuzen en bewoordingen aangeprijsd. Absurd gewoon ! Het aantal soorten melk, kwark, vla en boter doet de zuivelhoek bijna braken van overvloedigheid en veelsoortigheid. We kunnen uit 2 niet meer kiezen en dus worden er vier, acht, zestien, tweeëndertig of vierenzestig soorten bij geproduceerd.
Hoe anders is het op vakantie in niet westerse landen, daar haal je in de supermarkt wat er voor handen is. Het voldoet, smaakt net zo best en maakt het leven een stuk eenvoudiger.
Ik had er nooit zo opgelet, maar opeens gingen de leuzen waarmee de artikelen of het soort wordt aangeprijsd me interesseren. Bij de kaasafdeling bijvoorbeeld : “Wat je van dichtbij haalt is lekker !” Dus ??? Zijn franse kazen dan opeens niet meer in de mode ? Zo nietszeggend.
Ik zou zo een reclamebureau kunnen beginnen met wat meer “pakkende” teksten :
“Blijf U verbazen in onze kazen! ”, “De pakkans is hier groot !” bij een schaaltje demonstratiestukjes etc.
En dan nog al die veelal onbekende keurmerken, die elke wispelturige marketing medewerker achter zijn laptop verzint. “Zo herken je een vriendelijker stukje vlees !” staat er dan op een bord aangeprijsd van een onbeduidend “Beter Leven Kenmerk”. Ja, ze liggen allemaal te lachen in de vitrines, die vriendelijke stukjes vlees. Ik denk al wat hoor ik toch ?
“Houdt de boer voldoende rekening met het welzijn van z’n dieren ? Krijgen ze voldoende ruimte, daglicht en afleiding ?” staat er dan toch onder gekrabbeld. Toen schoot ik helemaal in de lach.
Ik zonk weg in mijn gedachten. Terwijl de koeien in de ruim opgezette “arena” stal staan te herkauwen, worden ze naar believen automatisch geborsteld, gemolken en voorzien van een showelement, waar U en ik een behoorlijk prijsje voor moeten betalen. Uitgerangeerde circusartiesten worden aangesleept in de middencirkel van de stal om de koeien te vermaken. Vuurspuwers hadden ze al een keer uitgeprobeerd in de prototypes van de stal, maar na veelvuldige uitgebrande stallen vanwege de biogassen werden deze acts aangepast.
Ook de plaatselijke drumband, die spontaan in de middencirkel begon te toeteren en te blazen werd niet door de koeien in dank afgenomen, wilde runderbiefstuk lag een dag later voor weinig in de schappen. Als een Turkse Shiz Kabbab snijder hebben ze de koeien van de buitenmuur van de stal moeten schrapen.

Weer thuisgekomen, met die diervriendelijke, vrij scharrelende, ruim zwemmende, hoog vliegende, diepduikende en extra sterk verpakte bio producten, moest het allemaal snel, snel, snel de design koelkast in, ook een keuze overigens. We moesten nog weg. De agenda staat tegenwoordig vol met verplichtingen, feestjes, verjaardagen, afspraken, teveel soms. We doen het onszelf aan. Welke kleren moet ik aan bij welke gelegenheid. Gaan we zo ? Gaan we op de fiets ? Eigenlijk heb ik er geen zin in, we zijn bijna geen weekend thuis.
Soms moet je jezelf de vraag stellen, wil ik dit eigenlijk wel ?
Bewust keuzes maken.
We kunnen een boek lezen uit onze E-book, 4500 boeken staan erop, teveel om in zelfs 3 levens te kunnen lezen, naar 300 radiozenders luisteren, wel 200 tv zenders kijken, een spelletje kiezen uit de honderd spellen doos, de multimedia gebruiken. Keuze te over. Het wordt opgelegd, je kan er niet meer omheen.
Soms heb je geen keuze.  Wassen, strijken, schoonmaken, boodschappen doen en opruimen moet  nu eenmaal gedaan worden en komt dan ook veelvuldig terug. Evenzo moet de huur, hypotheek, belastingen en allerlei andere verzonnen lasten worden betaald. Doe je het niet dan krijg je onherroepelijk honger, loopt in ongewassen ondergoed en gekreukelde overhemden met een ongeschoren kop en binnen afzienbare tijd heb je builen, zweren, uitslag en allerlei enge ziekten, omdat het slapen in een kartonnen doos onder een brug bij 10 graden vorst nou eenmaal géén luxe is.
Zelfs werken of niet werken is een keuze. Je hoeft niet te werken, je komt in Nederland niet om van de honger, onmogelijk ! Wat een luxe !
Ziek worden, ziek blijven of te vroeg overlijden is geen keuze. Het wordt opgelegd.
Mijn nu zesennegentig jarige vader heeft als leus “Het is geen kunst om je leven te verkorten, het is een kunst om je leven te lengen !” en “Geluk moet je hebben !”, prevelt hij er dan nog gauw achteraan.
Ik heb hem nog nooit patat of chips zien eten, al decennia drinkt hij geen druppel alcohol meer, vanuit zijn matig 2 cb-tjes per verjaardag en 1 sigaartje op de zondag maar-niet-over-je longen rokend-sigaartje en nooit-in-de-zon zittend-leven. Bizar !

Vandaag zit ik de lounge set in mijn prachtige tuin, in de zon, een bewuste keuze.
Voor me op de tafel staat een glas rode wijn, een Merlot uit Zuid Afrika, fruitig, niet te zwaar met een ijsklontje erin, een bewuste keuze.
Ernaast staat een plateautje met belegen boerenkaas, hier uit onze "groene" polder, afgeschermd met een comfortdeksel tegen de vliegen en het zweten in de zon, een bewuste keuze.
Mijn lieftallige vrouw komt  uit het zwembad sensueel naar me toe gelopen. “ Wil jij ook een verkwikkende tropische verrassing ?”
Eigenlijk heb ik het zo slecht nog niet.

Wat een luxe.

5 augustus 2012

Barba Bobo Olympics 2012

Een prachtig schouwspel die Olympische spelen 2012.
Met belangstelling hebben mijn vrouw en ik de nodige sportonderdelen gevolgd. Waar Oranjekandidaten hun kansen kregen hebben wij ze in onze huiskamer toegejuicht.
Een beetje raar eigenlijk, steeds weer die felgekleurde oranje shirts aan, petje op en toeteren met de door de jaren heen opgespaarde geluidsattributen.
Blij dat we een beetje afgelegen wonen.
Collectanten kijken je ook raar aan, als je volledig uitgedost, met kramp in de benen van het lange zitten, aan de deur verschijnt met een paar euro voor het zoveelste goede doel.
“Zijn de Para-Olympics al begonnen dan ?” rijst de afgetekende vraag dan op hun lippen.
Ook met de verleidelijke warme zon in onze mooie achtertuin is de afweging soms moeilijk te maken, we schieten dan ook de nodige keren heen en weer van bloemenpracht naar LED TV.

Tijdens de openingsceremonie over de deelnemende landen, werden er in mijn hoofd nogal wat vragen opgeroepen. Er waren nogal wat deelnemende landen met veel meer Olympische bobo’s dan atleten. Soms buitensporig veel. Liepen er 5 atleten van Vanuatu trots te wezen, dat ze hun land konden vertegenwoordigen, zat het vijfvoudige aan in allerlei vormen en bochten wringende bobo’s hun vingers af te likken op buffetten, vergaderingen, recepties en andere met privileges uitgedoste evenementen. Beschamend ! Hoezo euro crisis ?
Daarna werd het alleen maar interessanter. De discussies over lege tribunes, die voor de tv vulling uiteindelijk werden volgestouwd met militairen en scholieren, deed de Britse pers smullen. Dat niet Sebastian Coe maar onze grote Belgische vriend daarvan de schuld kreeg, is typisch engels.
Al deze kaarten waren immers verstrekt aan sponsors en sportfederaties. En binnen die sponsors en federaties gaan de kaarten dan naar allerhande bevriende personen. Het circuit van de ‘vrienden' zorgt voor de ‘vrienden'. Beleefder heet dat: netwerken. Een beetje slimmerd in de talloze commissies had de kaarten “bij geen gebruik retour” moeten eisen.
Eddy Merkcx heeft ooit het voorzitterschap van de Belgische Wielrijdersbond geweigerd alleen vanwege die kwaal : ‘Die organisatie is meer geïnteresseerd in de vraag of de vrouwen gratis mee kunnen naar het WK, dan te kijken naar het wel en wee van de renners.' En zo is het ook.
Privileges noemen ze dat, mijn broek zakt er soms vanaf, mijn privilege is niet zo groot, maar het functioneert en het kost zeker niet zoveel geld om het te onderhouden.
Water en ossegal zeep doet wonderen, uitwassen die handel !

De Engelsen vinden het belangrijker dat de Barba bobo’s op tijd via de aangewezen wegen hun fêteergedrag kunnen voortzetten, dan het oplossen van de complete chaos die er inmiddels is ontstaan op het wegennet rondom London.
Ook het deelnemen vanuit behaalde “Olympische limieten” is mij volstrekt onduidelijk. Er zijn landen die zich plaatsen, waarvan zwemmers net 8 maanden hun zwemdiploma hebben behaald en toch mogen meedoen. Een moslima met een veelomstreden hoofddoekje die er na 82 seconden via een ippon uit vliegt, heeft in mijn ogen niets maar dan ook niets met sportprestaties te maken.
Goede Barba sporters die net buiten de boot vallen, schromen zich er dan ook niet voor om een andere nationaliteit aan te nemen om toch hun gelijk te bewijzen.
Zoals ook de Britse zeilster, Beth Lygoe, die uitkomt voor Saint Lucia, een eilandje van 30 bij 50 km ten noordoosten van Venezuela. Een paradijsje op zich heb ik gezien, waar maak je je in godsnaam druk om als je daar woont, prachtig ! Omringt door Martinique, Barbados, Grenada en St.Vincent and the Grenadines.
Allemaal deelnemende landen waarbij je vraagtekens zet over Olympische limieten, waarbij de laatste meer neigt naar een Caribische ritme and steelband dan naar een deelnemend land.

1896 deden er 14 landen mee, nu 204 landen.
Het kostenpatroon zal wel navenant zijn toegenomen.
Ook deze Olympische spelen 2012 moet geld en werkgelegenheid gaan opleveren, zegt men.
Al die mooie bedoelingen en uitbreiding van ambities willen natuurlijk niet zeggen dat daarmee ook de balans positief wordt. In London moeten ze wel aardig wat uit de kast halen nu hun kosteninschatting vier keer te laag bleek en de rekening al meer dan 10 miljard pond bedraagt.
Begrijpen doe ik het niet, langer dan vier jaar zijn ze met deze organisatie bezig en nog zijn de toegewezen geleerden niet in staat om een enigszins zuivere begroting op te stellen.
Vanuit beroepsethiek zou ik de “gaten” weleens willen bestuderen en dan heb ik het niet over de lege toeschouwerplekken.
Erg belangrijk vinden ze dat zelf niet, Engeland staat op zich, ik ken ze, in mijn financiële rapportages vroeger kwam dat al regelmatig naar voren. Een vakje “UK sales” en een vakje “Rest of Europe”.
Hoezo belangrijk ?

19 mei 2012

De slakkengang


Ergens waar je het niet verwacht,
in droogte en kale woesternij,
zijn er zoveel slakken, nooit gedacht,
wachtend in een ellen lange rij.

Een veld wel drie hectaren groot,
van ruigt en stof en een enkel blad,
leven ze met duizenden, zo niet miljoenen, bloot,
zuigend, soppend, zwoegend in dat droge stelen bad.

Afgescheiden door een brede strook van asfalt band,
naar de paradijselijke tuinen van de buurt,
staan ze besluiteloos te slijmen voor de betonnen rand,
klimmen ze op en om, glijden af en aan, en dat duurt.

De heldhaftigen, die de rand wel halen,
voorzien van een slakkenhuis vol prefab slijm,
duizelend van de zon, zien voor zich, hun voorgangersslijkspoor dwalen,
reeds happend in de droogte van beton, er kan er maar één de eerste zijn.

Is tegel één genomen en thans nog drie te gaan,
zwoegen de moedigen zich voort, aangemoedigd door de achterban,
met huis en haard jagen ze zich dapper over hun slakkenbaan,
meewarig loerend op de toerist, die niet op zijn passen tellen kan.

De zwaarste weg moet nu nog ijlings worden genomen,
door zon verzengend hete zwarte blubber,
reeds op weg met een half vol huisje van hun dromen,
zetten de enkelen zich door met verhoogd risico, ’t grijnzend rubber.

Hij had het bewezen, zijn genen waren de sterkste van zijn soort,
in de verte had het welkomstcomité zich alvast neergezet, ik ?
hunkerend naar het verse groen en vocht ploegde hij voort,
hij was er, hij keek omhoog, “Helloo” zei de Engelsman in jacket, en pik !

Cyprus,
dus.

15 april 2012

De Bootschap


Stil, onvermurwbaar zat hij voor zich uit te staren. Over het water. De verte in, naar het niets.
De boot waar hij in zat schommelde zacht. Bijna zwevend.
Het was stil om hem heen.
Hij had het niet door. Het maakte niet uit. Zo diep in zijn verdriet gezonken maakte niets hem nog uit.
Het bericht wat hem laatst ter ore was gekomen was intens door zijn ziel gebeukt.
Leegte………zijn lichaam was zwaar………..zijn armen waren zwaar……….zijn ademhaling was zwaar……….zijn hoofd was zwaar…………..waarom?
Mijn God,  waarom ?
Waarom zo vroeg ? Waarom hij ? Waarom wij ?
Hij staarde over het water. Er was niemand. Het was vroeg in de zondagmorgen.
Stil en haast onmerkbaar zocht een koet zijn weg in het dichtbij gelegen riet.
En nog een.
Het was kil. Een flauw zonnetje probeerde de ochtendnevel te verdrijven.
Het deerde hem niet. Hij merkte niets. Hij was er niet.

Heel in de verte klonk een zacht getik. Het was meer een zacht geklop. Tegen de romp van zijn boot. Het duurde. Het leven zoog hem weer naar boven. Het geklop. Hij knipperde zijn betraande ogen.
Het klonk hoorbaar nu. Hij keek op. Over de reling. Het geklop werd veroorzaakt door een fles.
Zacht klopte het tegen de romp van de boot. Hij keek ernaar. Zachtjes deinde het op de eerste golven. Er zat iets in. Een papiertje ? Hij boog verder voorover. Ja, er zat iets in.
Hij stond op en pakte een schepnetje. Voorzichtig haalde hij de fles omhoog.
Inderdaad, er zat een opgerold perkamentje in.  Hij haalde de kurk van de fles en liet het papier in zijn hand rollen. Voorzichtig verwijderde hij het elastiekje en rolde het open.

“Dierbare vinder,
Bij toeval kom ik langs en die uw toeval zorgen baarde,
wat ik heb gezien en meegemaakt zult gij nooit weten,
was het veel en was het van minder waarde,
of was het minder en toch zo waardevol gemeten,
mijn vluchtige bestaan is aan u gegeven,
met uw geste kan ik weer verdergaan,
zoals zo velen heeft U mijn tekst gelezen
en zal ik in U blijven voortbestaan
het was een eer U te mogen begroeten en ervaren
met uw liefde kan ik weer verder varen”

Hij las het nogmaals. En nog een keer. En nog eens.
Voorzichtig rolde hij het papiertje weer op, deed het elastiekje weer op zijn plaats en stopte het weer terug in de fles. Zachtjes liet hij de prachtig heldere fles weer terugzakken in het water.
Het dobberde weer voort. Hij keek het na en dacht diep na. Er rolde een traan over zijn wang. Hij slikte moeilijk en zuchtte diep.
Hoeveel flesjes zouden er zijn..........hoeveel lezers..............

De bootschap was er.

19 maart 2012

Wilde (rs) Ganzen


Leuk, zo wonen in de polder !
Prachtig uitzicht aan alle kanten. Uitgestrekte weilanden. Groener dan groen.
Vroeger met hier en daar een vlekje bruin……….., omdat daar een beestje zat……
Nu bruin….met hier en daar een plekje groen !
We hebben het hier over een “paar” ganzen…..
”Tel ze nou eens voor de gein”, zei ik laatst tegen mijn vrouw.
Al gauw zaten we tegen de tweeduizend.
Politiek en werkelijkheid liggen soms erg dichtbij elkaar.
Hebben wij erom gevraagd ?
Ooit waren er een paar over komen waaien….uit den vreemde.
“Oh, wat leuk…..wilde ganzen !” werd er dan zachtjes “gefluistert”, anders vlogen ze weer weg.
“Nou”, zeiden dan de vogelbeschermers met knickenbockers, verrekijkers en een rijzige baard,
 “die blijven hier maar tijdelijk hoor, even een maandje fourageren en dan trekken ze weer verder…..”

Ja, ja ….!

Ze vonden en vinden het hier geweldig, een paradijs, eten zat, hoefden er weinig voor te doen en waarom zouden ze dan nog verder trekken ?
Nu is het een plaag !
Boeren klagen steen en been, ze vreten al het gras op, schijten het zuur in de grond als protest en antimest en ze zijn met geen kanon meer weg te jagen !
Jagers krijgen een vergunning om in de “schietperiode” er per jager 10 te elimineren is mij verteld. Daarna moeten ze weer een nieuwe vergunning aanvragen om er weer eens 10 te schieten.
Enig idee hoe lang zo’n schietseizoen duurt ?
Enig idee hoe lang zo’n vergunning aanvragen en goedgekeurd terugontvangen duurt ?
Verder geen vragen meer !
Je kan je voorstellen dat een populatie (ook wel toom genoemd) alleen maar uitdijt, niks “in toom houden”, ook al wil je dat nog zo graag.

Eens in de zoveel tijd, als massaal de stress door de ganzenkelen schiet, stijgen ze op.
Mooi gezicht overigens….zoveel ganzen…..mooie lucht op de achtergrond…..prachtig !
Kijk ! Ze vormen massaal een `V` , mooi hèh, zo'n "V" van VERTREKKEN !
Maar ze vertrekken niet !!! Ze draaien massaal een rondje, en met westenwind schijten ze m’n hele huis onder. Bussen witkalk storten ze naar beneden. Bewegen is goed voor de stoelgang zei mijn moeder vroeger altijd al. Dat geldt ook voor die ganzen heb ik gemerkt !
Dat wordt weer schrobben en boenen!

Nee, neem dan de politiek, als er ook maar een pluimveeveertje riekt naar de vogelgriep worden er complete eierfabrieken uitgemoord. Een kuikentje gaat er dan altijd op mijn schouder zitten piepen ”……is dit allemaal wel nodig……..zit hier nou geen wegsaneringsdrang achter ?”

Je weet het niet hèh !

Ik zie het ganse probleem een beetje als het asielzoekers probleem…….
we hebben er niet om gevraagd,
ze blijven hier fourageren,
ze leggen ons windeieren,
iedereen tolereert het,
als ze herrie maken kijkt iedereen op,
maar niemand doet er werkelijk wat aan !

12 maart 2012

Ode aan mijn schoonpapa Frans Groenewoud


Mijn schoonpa is 90 jaar geworden, het was een waar genoegen die man op deze dag te zien stralen. Een markante man, die in zijn jonge jaren (en ook nu nog) volk en gepeupel op de boulevard in Noordwijk wist te vermaken met voordrachten en verhalen. Berucht om zijn sportieve prestaties in het doel van SJC, geliefd in het dorp Noordwijk binnen om zijn innemendheid in zijn tijd achter de vuilniswagen en beroemd bij vele vrienden en kennissen vanwege zijn niet aflatende woordenstroom wanneer hij zeer gepassioneerd zijn rijmen, dichten, verzen en voordrachten oraal ten toon spreid !

Eén van de vele verzen kan ik U niet onthouden :  

De Soldaat

Op een zekere plaats lag een garnizoen
van soldaten die hun best wilden doen.
Om goed te exerceren
en de dienst goed te leren.
Maar bij die club was een soldaat
het was een hele goede maat
die tot de gewoonte had
Ik wed om dit, ik wed om dat

Een Majoor een hele beste man
die kreeg daar toch de brui wel van.
en sprak, soldaat doe mij een plezier
dat wedden moet je laten hier.
Jij altijd met je wedderij
je krijgt het aan de stok met mij.
De soldaat sprak ik zou het durven wagen
een weddenschap aan u te vragen.

De Majoor al enigsinds oud van dagen
stond compleet er van verslagen.
Zo wou je wedden jonge maat
kom er maar mee voor de draad.
Je weddenschap kan zo niet wezen
of ik zal je er van genezen.
Je knoeierij kan zo niet zijn
of je verliest het tegen mijn.

Een glimlach trok over het gelaat
van deze weddende soldaat.
toen klonk zijn stem en zij Majoor
het volgende stel ik voor
Nu u mijn weddenschap kan dulden
wed ik met u om 300 gulden
dat een steenpuist ja het is sterk
zal komen op uw achterwerk.

Misschien wint u het van mijn
maar met 3 dagen zal het zo zijn.
De eerste dag die verstreek maar hoe de Majoor ook in de spiegel keek,
kon niets ontdekkendat er op geleek
De tweede dag dacht hij stel je voor
dat ik de weddenschap verloor
Maar neen met mijn geld zal hij zich niet verrijken
ik zal de doktor laten kijken.

Maar hoe de doktor ook keek
hij vond ook niets dat dat daar op geleek
De4 derde dag was de Majoor paraat
maar ook de soldaat die voor hem staat
Welzo Majoor was hij begonnen
Heb ik de weddenschap gewonnen
Gewonnen riep de Majoor die niet sprak maar brulde
waar zijn die 300 gulden

Die heb ik sprak de soldaat subliem
maar laat mij dat dan ook maar zien
De Majoor moest voor zijn wil bezwijken
in Gods naam dan hij moest maar kijken.
De soldaat ja het was veel
keek lachend naar dat schone deel.
Maar hij betaalde toch zijn schulden
daar hij verloor 300 gulden.

De Majoor ging verheugd naar de soos
doch toen hij zich een plekje koos
was daar de kapitein gezeten
die iets van de soldaat wilde weten
Je weet wel die met dat wedden om dit om dat
heb je hem al te pakken gehad.
Ja, en ik vertel geen mop
het koste hem 300 pop.

Het klinkt misschien heel sterk
maar hij wedde dat een steenpuist zou komen op mijn achterwerk.
en heb je dat misschien
aan die kerel laten zien?
Ik zeg toch ik vertel geen mop
het koste hem 300 pop
De Kapitein werd wit en steunde ach
dit is voor mij een dure dag

Hoe heeft die vent dat verzonnen
700 gulden heeft hij gewonnen.
1000 gulden heeft hij van mij te pakken
omdat jij je broek hebt laten zakken
hij wedde met mij bovendien
dat hij binnen 3 dagen jou blote billen zou zien.
 


©Gerrit-Jacobs Ladenius, 09-05-1871

2 maart 2012

De laatste dag



Het is zo gewoon en vanzelfsprekend
het vliegen en het vluchten, waar je gaat of staat.
Niet meer beseffend wat het nou betekend
dat je mensen tegenkomt of mensen achterlaat.
De kleinste moeite die je troost
ontvallen niet meer aan je lach.
Zo klein en zo broos,
“Dag” zeggen mag !

Als een draaikolk draait de wereld om je heen,
een aaneenschakeling van gebeurtenissen.
Je moet, je zal, bijna draaiend op één been,
naar de volgende chaos is slechts gissen.

Alles is belangrijker dan dat.
Dat, wat zó vanzelfsprekend was.
Die kleine moeite.
“Dag”zeggen mag !

Totdat je opeens de waarheid tegenkomt,
die als een koude douche je huid omklemd.
Dat alles om je heen verkild en verstomd,
dit is niet wat je had gewild, niet hoe je bent.
En je afscheid had willen nemen, je moest nog vragen.
Je je lippen nu niet meer kunt bewegen,
je bent met stomheid geslagen.
Alle woorden vallen je nu toch tegen.

Had ik maar, het is niet meer uit te leggen.
Wat was nou de laatste dag,
dat ik “dag” had kunnen zeggen.
“Dag” zeggen mag !

Dag !

Totaal aantal pageviews